geboeid
Uiterlijk
- ge·boeid
vervoeging van: | boeien… |
verbogen vorm: | geboeide |
geboeid
- voltooid deelwoord van boeien
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geboeid | geboeider | geboeidst |
verbogen | geboeide | geboeidere | geboeidste |
partitief | geboeids | geboeiders | - |
geboeid
- veel aandacht en interesse voor iets of iemand hebben
- - De het telefoongesprek geboeide vrouw kon niet meer letten op het verkeer.
- van een persoon dat de handen en/of voeten aan elkaar gebonden zijn zodat die persoon in zijn bewegingen is beperkt
- De geboeide gevangene is naar een andere gevangenis gebracht.
- Het woord geboeid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geboeid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be