fragiel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fra·giel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘breekbaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fragiel | fragieler | fragielst |
verbogen | fragiele | fragielere | fragielste |
partitief | fragiels | fragielers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fragiel
- kwetsbaar, breekbaar
- Het slanke meisje leek zeer fragiel maar toen het erop aankwam bleek ze toch heel sterk te zijn.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fragiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "fragiel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |