fossielenjager
Uiterlijk
- fos·sie·len·ja·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fossielenjager | fossielenjagers |
verkleinwoord |
de fossielenjager m
- (biologie) (beroep) iemand die zoekt naar versteende overblijfselen van overleden planten of dieren
- ▸ Haar ogen zijn knoopjesbruin en helder, en ze heeft de neiging die iedere fossielenjager heeft, om altijd naar iets op zoek te zijn, ook op straat of binnenshuis, waar je met geen mogelijkheid iets interessants kan vinden.[1]
- ▸ Het bot werd in 2006 of 2007 gevonden door een fossielenjager op een plek waar tussen 1913 en 1916 menselijke botten werden gevonden naast de botten van uitgestorven dieren uit de ijstijd.[2]
- ▸ Het nieuwe soort pissebed, Pneumodesmus newmani, is genoemd naar de fossielenjager en buschauffeur Mike Newman uit Kemnay. Schotland heeft volgens hem de beste palaeozoïsche vindplaatsen van de wereld. „Schotland kent meer vindplaatsen dan de Verenigde Staten en Rusland bij elkaar.”[3]
- Het woord fossielenjager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tracy Chevalier“Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
- ↑ Weblink bron “Prehistorische tekening in bot gevonden in Amerika” (22-06-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Fossiel toont aan dat leven niet uit water ontstond” (26 januari 2004), Reformatorisch Dagblad