fortificatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • for·ti·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fortificatie fortificaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fortificatiev [3]

  1. het fortificeren
  2. (militair) vestingwerk
    • Uiteraard is er ook nog de Atlantikwall, een keten van bunkers en fortificaties aan de kust, langs een route van 3.200 kilometer van Noorwegen tot de Golf van Biskaje. In totaal zijn er vijftienduizend bunkers, gemaakt van bij elkaar 1,2 miljoen ton staal en 17 miljoen kubieke meter beton. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen