flex
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flex
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flex | flexen |
verkleinwoord | flexje | flexjes |
Zelfstandig naamwoord
flex m
- (gereedschap) haakse slijper
stellend | |
---|---|
onverbogen | flex |
verbogen | flexe |
Bijvoeglijk naamwoord
flex
- heel mooi, heel goed
- afkorting van flexibel
Afgeleide begrippen
- [2] flexcontract, flexkracht, flexwerk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
flexen |
flex
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flexen
- Ik flex.
- gebiedende wijs van flexen
- Flex!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flexen
- Flex je?
Gangbaarheid
- Het woord flex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flex" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Engels
Uitspraak
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to flex |
he/she/it | flexes |
verleden tijd | flexed |
voltooid deelwoord |
flexed |
onvoltooid deelwoord |
flexing |
gebiedende wijs | flex |
Werkwoord
flex
- buigen
- aanspannen
- pronken
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 89 %
- Prevalentie Vlaanderen 68 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Werkwoord in het Engels