filterzakje
Uiterlijk
- Geluid: filterzakje (hulp, bestand)
- fil·ter·zak·je
- samenstelling van filter en zakje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | filterzakje | filterzakjes |
verkleinwoord |
het filterzakje o
- (huishouden) een papieren filter dat met gemalen koffiebonen gevuld kan worden voor het maken van koffie
- Tot en met de jaren zeventig zette je koffie zo: water koken, filterhouder met filterzakje op koffiekan plaatsten, (zelfgemalen) koffie erin strooien plus een schepje Buisman (gebrande suiker) voor de smaak, koffie bevochtigen met kokend water, meermaals het filterzakje volschenken en laten doorlopen. Next step was het koffiezetapparaat. Werkt als hierboven, maar dan geautomatiseerd.[1]
- De beproefde methode. Bevochtig de koffie eerst en wacht een halve minuut, zodat hij kan opkomen. Schenk daarna rustig de rest op. Amerikaanse liefhebbers schenken eerst heet water door het nog lege filterzakje om de papiersmaak weg te spoelen. Je kunt ook een permanent goudfilter gebruiken. Dat laat ook de subtiele zuurtjes door die papier tegenhoudt.[2]
1. een papieren filter dat met gemalen koffie gevuld kan worden voor het maken van koffie
- Het woord filterzakje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.