fellogeen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fel·lo·geen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fellogeen -
verkleinwoord -

Zelfstandig naamwoord

het fellogeeno

  1. (beschrijvende plantkunde) cambium waarbij lagen kurk naar buiten toe worden aangemaakt dat zo de scheuren in de epidermis afdekt die ontstaan door de diktegroei
     Gerekend vanaf het cambium dat aan het spinthout grenst, komt naar buiten toe eerst de bast met de zeefvaten voor de afvoer van stoffen. Daarna komt de schors met een tweede cambium (fellogeen), dat naar buiten toe kurklagen aanlegt.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 september 2020 Weblink bron
    Jean Penders
    “Schors van boom” (mei 2007) op nrc.nl op Wikipedia