explorator
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: explorator (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ex·plo·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van exploreren met het achtervoegsel -ator [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | explorator | explorators |
verkleinwoord | exploratortje | exploratortjes |
Zelfstandig naamwoord
de explorator m
- (beroep) iemand die exploreert
Synoniemen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van exploratrice
Gangbaarheid
- Het woord 'explorator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.