exceptie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·cep·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitzondering’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
- afgeleid van het Franse exception of daarvoor van het Latijnse 'exceptio' (met het voorvoegsel ex-)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exceptie | excepties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
exceptie v
- uitzondering, (uitvlucht, uitsluiting ??)
- (juridisch) verweermiddel bestaande in het aanvoeren van een grond van onontvankelijkheid
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord exceptie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "exceptie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |