evangelisatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- evan·ge·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van evangeliseren met het achtervoegsel -atie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evangelisatie | evangelisaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de evangelisatie v
- (religie) verbreiding van het evangelie onder ongelovigen of andersdenkenden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord evangelisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.