Naar inhoud springen

engrandecer

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 29 apr 2017 om 02:17 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
engrandecer
engrandecía
engrandecido
volledig

engrandecer

  1. vergroten, uitbreiden, groter maken, belangrijker maken
  2. prijzen, ophemelen, loven, roemen
  3. bevorderen, tot een hogere rang verheffen