eigent toe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·gent toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toe-eigenen

eigent (…) toe

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toe-eigenen
    • Jij eigent toe. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toe-eigenen
    • Hij eigent toe. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van toe-eigenen
    • Eigent toe! 

Gangbaarheid