toe-eigenen
Uiterlijk
- Geluid: toe-eigenen (hulp, bestand)
- toe-ei·ge·nen
- van Middelnederlands toeeegenen; op te vatten als samenstelling van toe (bijwoord dat gerichtheid aangeeft) en eigenen (werkwoord)[1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toe-eigenen |
eigende toe |
toegeëigend |
zwak -d | volledig |
toe-eigenen
- wederkerend zich ~: iets tot zijn bezit maken, al of niet wederrechtelijk
- Hij heeft zich dat wel toegeëigend, maar is dat wel terecht?
- Het woord toe-eigenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toe-eigenen" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %