eierleggende tandkarpers
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ei·er·leg·gen·de tand·kar·pers
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van eierleggende en tandkarpers
- eierleggende tandkarper zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eierleggende tandkarpers | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eierleggende tandkarpers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord eierleggende tandkarper
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Cyprinodontidae van straalvinnige vissen uit de orde van tandkarpers (Cyprinodontiformes )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'eierleggende tandkarpers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 24
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Frase in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal