efficiëntie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ef·fi·ci·en·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord efficiëntie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de efficiëntiev

  1. de mate waarin nuttig gebruik gemaakt wordt van het beschikbare bij een bepaald proces
    • Hiermee kunnen we de efficiëntie een aardig stuk verbeteren. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen