eerste minister

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  eerste minister    (hulp, bestand)
• IPA: /ˌerstəmiˈnɪstər/

Woordafbreking

• eer·ste mi·nis·ter

Woordherkomst en -opbouw

• vaste verbinding van eerste (hoofdtelwoord) en minister (zelfstandig naamwoord)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	eerste minister	eerste ministers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de eerste minister m

1. (politiek) leider van een kabinet, voornaamste van de ministers die een land besturen

Synoniemen

• minister-president
• premier

Verwante begrippen

• regeringsleider

Gangbaarheid

• Het woord 'eerste minister' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.