regeringsleider
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ge·rings·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van regering en leider met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regeringsleider | regeringsleiders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
regeringsleider m
- de belangrijkste persoon van een regering
- Tijdens de top met regeringsleiders konden belangrijke beslissingen genomen worden.
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord regeringsleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.