eerbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eerbaar eerbaarder eerbaarst
verbogen eerbare eerbaardere eerbaarste
partitief eerbaars eerbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

eerbaar

  1. wat eer heeft
    • Welk kostuum had hij dan wel aanvaardbaar gevonden? ‘De roetveegpiet was wel maatschappelijk aanvaard geweest’, besluit Van Bellingen. ‘Het is een eerbaar compromis in deze fase van de discussie waar wij ons in kunnen vinden. We willen graag nog verder gaan, maar beseffen dat dit een proces is dat niet van vandaag op morgen kan worden doorgevoerd. Je kan perfect een kinderfeest geven met Zwarte Piet als roetveger, zodat niemand zich aangevallen moet voelen.’ [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tina Boeykens De Standaard / NRC 8 december 2015
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be