eenheidsprijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·heids·prijs
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | eenheidsprijs | eenheidsprijzen |
| verkleinwoord | eenheidsprijsje | eenheidsprijsjes |
Zelfstandig naamwoord
de eenheidsprijs m
- één prijs die geldt voor verschillende producten
- ▸ Volgens Knops kloppen de aantijgingen niet. In de dagvaarding staat volgens NRC dat hij een "marktconforme eenheidsprijs" voor de kavel heeft betaald. De afmetingen van de boerderij zouden ook "ruimschoots binnen de grenzen van het toelaatbare zijn gebleven".[2]
- ▸ „We hanteren ditmaal voor het eerst een eenheidsprijs voor de deelnemers”, legt Ter Horst uit. „Daar zijn we op uitgekomen nadat bleek dat alle andere fietsvierdaagses in de regio dat ook doen. Bij eerdere edities betaalden de mensen aparte bedragen voor de kortere en de lange afstand. Nu kunnen ze vier dagen meefietsen voor 10 euro. Dat is niet veel, 2,50 euro per dag. Daarvoor krijgen ze ook nog eens bij elke etappe fruit mee.”[3]
- ▸ Winkelketen Flying Tiger Copenhagen gaat opnieuw stunten met de prijzen. Tijdens de zogeheten ‘Dream Days’ worden vier dagen lang alle producten verkocht voor de eenheidsprijs van twee euro.[4]
- prijs die men voor één eenheid van een product betaalt
Vertalingen
1. één prijs die geldt voor verschillende producten
2. prijs die men voor één eenheid van een product betaalt
Gangbaarheid
- Het woord eenheidsprijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Staatssecretaris Knops spant zaak aan tegen NRC en De Limburger” (27-05-2021), NOS
- ↑ Weblink bron “Vier volledig nieuwe routes bij Eibergse Fietsdagen” (29-07-2015), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Flying Tiger stunt weer: vier dagen lang alles te koop voor twee euro” (17 jan. 2019), Tubantia
