dubbelagent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·agent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelagent dubbelagenten
verkleinwoord dubbelagentje dubbelagentjes

Zelfstandig naamwoord

dubbelagent m

  1. spion of informant die voor twee partijen werkt
    • Tomas Alfredson, 2011). Sfeervolle bewerking van John le Carrés beroemde spionageroman uit 1974. George Smiley (Gary Oldman), superspion met gedwongen pensioen, wordt teruggeroepen naar MI6 om de dubbelagent in de top van de dienst te ontmaskeren. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC 25 juni 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be