droogskiën

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·skiën, droog·ski·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
droogskiën
droogskiede
gedroogskied
zwak -d volledig

Werkwoord

droogskiën

  1. inergatief (sport) je als oefening of vermaak op ski's verplaatsen over een kunstmatige ondergrond
     Wie helemaal op safe wil spelen, aldus Kramer, zou - ook als gevorderde - een aantal lessen kunnen volgen op een van de twaalf kunstskibanen, die Nederland inmiddels rijk is en waarvan Duinrell in Wassenaar voor Randstedelingen het gemakkelijkst bereikbaar, is met bus, trein en auto. Degenen die aan zo'n cursus droogskiën meedoen, werken niet alleen de spieren lekker los, maar hebben ook een duidelijke voorsprong op anderen, die pas in de sneeuw hun eerste les nemen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 maart 2024 Weblink bron
    Han van den Berg
    'Veilig skiën is fijner...' in: Het vrije volk, jrg. 34 nr. 9890 (26 september 1979), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 25 kol. 2