Naar inhoud springen

driehoekig

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 8 mei 2019 om 10:19
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hoe·kig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van drie en hoek met het achtervoegsel -ig
  • afgeleid van driehoek met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen driehoekig driehoekiger driehoekigst
verbogen driehoekige driehoekigere driehoekigste
partitief driehoekigs driehoekigers -

Bijvoeglijk naamwoord

driehoekig [1]

  1. de vorm van een driehoek hebbend
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen