draineren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drai·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontwateren’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • afgeleid van het Franse drainer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
draineren
draineerde
gedraineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

draineren

  1. overgankelijk de afvloei van water bevorderen
    • Dit stuk land moet beter gedraineerd worden. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen