donkey

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • don·key
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels donkey, voluit "donkey engine" of "steam donkey" ook buiten de scheepvaart gebruikt als woord voor hulpmotor [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord donkey donkeys
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de donkeym

  1. (scheepvaart) (geschiedenis) kleine stoommachine om als hulpmotor voor pompen en andere werktuigen op een schip
    • Theun hoort hun klompen en laarzen op de treden van het laddertje stampen en daar bovenuit het geluid van stoom uit de donkey. [3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
donkey donkeys

Zelfstandig naamwoord

donkey

  1. (onevenhoevigen) ezel
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Overerving en ontlening