dinoflagellata

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dinoflagellata    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdinoflɑɣɛˌlata / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• di·no·fla·gel·la·ta

Woordherkomst en -opbouw

• meervoudsvorm als officiële benaming van Neolatijn dinoflagellata, gevormd uit Oudgrieks δῖνος (dínos) "werveling" en Latijn flagellum "zweep", in 1885 geïntroduceerd door de Duitse dierkundige O. Bütschli

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-	dinoflagellata
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de dinoflagellata mv

1. (protisten) stam van eencelligen met een tweetal zweepstaartjes die in water leven, Dinoflagellata 

   • De meeste dinoflagellata zijn eencelligen met twee verschillende flagella. 

   ▸ Aan de kusten van Amerika en in tropische gebieden is het verschijnsel van het rode getij reeds lang bekend. Het komt tot stand door een enorme vermeerdering van giftige micro-organismen in het water. Het betreft hier meest de dinoflagellata, die in eerste instantie de vissen en de schelpdieren vergiftigen en verderop in de voedselketen de vogels en de mensen.

Synoniemen

• dinoflagellaten
• pantserwieren

Verwante begrippen

• zie de categorie Protisten in het Nederlands

Vertalingen

    1. stam van eencelligen met een tweetal zweepstaartjes die in water leven, Dinoflagellata   

Duits: Dinoflagellata (de) mv Engels: dinoflagellate (en) Fins: dinoflagellaatit (fi), dinoflagellata (fi)

Frans: dinoflagellata (fr) mv Noors: dinoflagellater (no) mv Spaans: dinoflagellata (es)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.