dicteren
Uiterlijk
- dic·te·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorzeggen wat iem. moet opschrijven, voorschrijven’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
- afgeleid van het Franse dicter (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dicteren |
dicteerde |
gedicteerd |
zwak -d | volledig |
dicteren
- overgankelijk zeggen wat een ander moet schrijven
- (The Hoax) Biografische oplichtersfilm over de schrijver en dwangmatig leugenaar Clifford Irving (Richard Gere) die begin jaren 70 claimde een overeenkomst te hebben met Howard Hughes, de miljonair die jaren teruggetrokken leefde in een hotelkamer. Hughes zou zijn memoires aan hem dicteren. Met vervalste brieven kreeg Irving een contract voor bijna een miljoen dollar van een uitgever.[2]
- dwingend voorschrijven
- Rockefeller controleerde in 1877 ruim 90 procent van de olieraffinage in de VS. Op deze manier kon hij zijn eigen winstmarges dicteren en werd hij de rijkste mens ooit. Uiteindelijk vormde dit de aanleiding voor het ontstaan van mededingingswetgeving in de Verenigde Staten.[3]
- ▸ Het deed hem bijna plezier, gaf hij tenminste voor zichzelf toe, hij zou het niet hardop zeggen, om te lezen hoe de Franse generaals en politici gedwongen waren hun capitulatie te ondertekenen in dezelfde spoorwagon waarin ze het begin van die vreselijke Vrede van Versailles hadden gedicteerd.[4]
- in een wedstrijd op de eerste plaats staan
- Al na drie bochten lagen Rosberg en Hamilton, als eerste en tweede gestart, uit de race. Daniel Ricciardo, die Verstappen deze week bij ‘zijn’ team Red Bull zag instappen, nam de leiding en leek de race te gaan dicteren. Pas na de tweede serie pitstops bleek het team voor de Nederlander een afwijkende strategie in petto te hebben: later dan de rest binnenkomen voor het tweede nieuwe setje banden en daarop de race uitrijden.[5]
1.
- Het woord dicteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dicteren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "dicteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC 18 juni 2015
- ↑ NRC 5 maart 2016
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ NRC Jules Seegers 15 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %