deurboog

Nederlands

Een houten boogdeur in een stenen deurboog.

Uitspraak

• Geluid:  deurboog    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdørbox / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• deur·boog

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  deur zn  en  boog zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	deurboog	deurbogen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de deurboog m

1. (bouwkunde) doorgang die bovenaan de vorm van een halve cirkel heeft

   ▸ Ten noorden van Den Nul ligt de boerderij Groot Scherpenzeel (Scherpenzeelseweg 3), bestaande uit een hoog dwarspand met gepleisterde trapgevels en in de zuidgevel een deurboog met natuursteenblokken en natuurstenen schelpvullingen uit omstreeks 1640.

Verwante begrippen

• boogdeur

Gangbaarheid

• Het woord 'deurboog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.