deurbogen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deur·bo·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de deurbogenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord deurboog
     Links en rechts in de deurbogen is een deel van een stralende zonneschijf aangebracht.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 november 2023 Weblink bron
    Farwerck, F.E.
    “Levend verleden” (1938), Stichting "Der Vaderen Erfdeel", Amsterdam, p. 45 afb. 70