destructie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·truc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord destructie destructies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de destructiev

  1. vernietiging
  2. (scheikunde) volledige ontleding van chemische verbindingen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen