demit
Engels
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to demit |
he/she/it | demits |
verleden tijd | demitted |
voltooid deelwoord |
demitted |
onvoltooid deelwoord |
demitting |
gebiedende wijs | demit |
Werkwoord
demit
- overgankelijk afstand doen van, neerleggen, opgeven
- overgankelijk demitteren, ontslaan [1]
- onovergankelijk aftreden, terugtreden