dekhengst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dek·hengst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dekhengst dekhengsten
verkleinwoord dekhengstje dekhengstjes

Zelfstandig naamwoord

de dekhengstm

  1. (onevenhoevigen) hengst die gebruikt wordt voor het dekken van merries
  2. (pejoratief) een seksueel zeer actief mannelijk persoon
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be