daktaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  daktaal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dak·taal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dak  en  taal 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	daktaal	daktalen
verkleinwoord	daktaaltje	daktaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de daktaal v / m

1. (taalkunde) taal die sterk lijkt op een andere taal die wordt gesproken binnen hetzelfde gebied maar door een kleiner deel van de bevolking

   • Veel taalregionalisten lijden onder het stigma dat hun taal een bedreiging is voor de daktaal. 

Verwante begrippen

• cultuurtaal, streektaal, standaardtaal

Vertalingen

    1. taal die sterk lijkt op een andere taal die wordt gesproken binnen hetzelfde gebied maar door een kleiner deel van de bevolking.   

Duits: Dachsprache (de) v Engels: umbrella language (en)

Frans: langue-toit (fr) v Zweeds: takspråk (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'daktaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.