dårekiste

[1]: En dårekiste.
[1]: Een kooi-achtige box voor gevaarlijke geesteszieke patiënten.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡdoːɾəˈçistə/

Woordafbreking

• då·re·kis·te

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van dåre en kiste.
• Afkomstig uit het Deens, dat van het Middelnederduitse woord 'dorenkiste' (= kist voor krankzinnige personen) komt.

Naar frequentie	> 50000

Zelfstandig naamwoord

dårekiste m / v

1. (verouderd) een kooi-achtige box voor gevaarlijke geesteszieke patiënten
2. (verouderd) een isoleercel voor ongemakkelijke patiënten of gevangenen in een gevangenis, armenhuis of gekkenhuis
3. (verouderd) dolhuis
4. (verouderd) zenuwafdeling

Verbuiging

m/v	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	dårekiste	m: dårekisten v: dårekista	dårekister	dårekistene
genitief	dårekistes	m: dårekistens v: dårekistas	dårekisters	dårekistenes

Synoniemen

• [3]: dolhus
• [3]: dollhus
• [3]: dårehus

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡdoːɾəˈçistə/

Woordafbreking

• då·re·kis·te

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van dåre en kiste.
• Afkomstig uit het Deens, dat van het Middelnederduitse woord 'dorenkiste' (= kist voor krankzinnige personen) komt.

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	dårekiste bijvorm: dårekista	dårekista	dårekister bijvorm: dårekistor	dårekistene bijvorm: dårekistone
genitief

Zelfstandig naamwoord

dårekiste m / v

1. (verouderd) een kooi-achtige box voor gevaarlijke geesteszieke patiënten
2. (verouderd) een isoleercel voor ongemakkelijke patiënten of gevangenen in een gevangenis, armenhuis of gekkenhuis
3. (verouderd) dolhuis
4. (verouderd) zenuwafdeling

Synoniemen

• [3]: dårehus