coromandeloehoe
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- co·ro·man·del·oe·hoe
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Coromandel en oehoe zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coromandeloehoe | coromandeloehoes |
verkleinwoord | coromandeloehoetje | coromandeloehoetjes |
Zelfstandig naamwoord
de coromandeloehoe m
- (uilen) Bubo coromandus een oehoe uit de familie Strigidae . Deze soort komt voor van Pakistan tot westelijk Thailand, maar ook in oostelijk China en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'coromandeloehoe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.