continuar

Catalaans

stamtijd
tegenw. tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
continuo	continuava	continuat
1e vervoeging	volledig

Werkwoord

continuar

1. doorgaan (met), vervolgen, voortzetten
2. voortduren, aanhouden

Portugees

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
continuar	continuava	continuado
	volledig

Werkwoord

continuar

1. doorgaan

Spaans

Uitspraak

• IPA: /kon.ti.ˈnwaɾ/

Woordafbreking

• con·ti·nuar

Werkwoord

continuar

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
continuar	continuaba	continuado
	volledig

1. onovergankelijk duren, voortduren, aanhouden
2. doorgaan (met)
3. overgankelijk voortzetten, vervolgen, doorgaan met

Synoniemen

• [1] durar
• [3] seguir