complotdenker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·plot·den·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord complotdenker complotdenkers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de complotdenkerm

  1. iemand die gelooft op grond van meestal onvolledige of foute informatie dat een meestal belangrijke gebeurtenis, ontwikkeling of toestand op bijvoorbeeld sociaal, politiek of economisch gebied, toegeschreven kan worden aan een samenzwering (complot)
    • Negen maanden cel voor complotdenker die handelde uit ‘nietsontziende kwaadaardigheid’. [1] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen