clubtrainer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • club·trai·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clubtrainer clubtrainers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clubtrainerm

  1. (sport) (beroep) oefenmeester die verbonden is bij een sportvereniging
     Als clubtrainer lag Mancini ook nog regelmatig in de clinch met spelers en collega's, maar als bondscoach ("mijn droombaan") lijkt hij een ander mens.[1]
     Menzo was op interim-basis de laatste tijd bondscoach van Aruba, waar hij tevens als technisch-directeur werkzaam was. Als clubtrainer werkte hij bij onder meer AGOVV, FC Volendam, SC Cambuur, Lierse SK en Ajax Cape Town.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron
    Marco Hochgemuth
    “Renaissance van bondscoach Mancini zorgt voor nieuw optimisme bij Italië” (Vrijdag 11 juni 2021, 06:03), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Suriname kiest ervaren Menzo als opvolger van ontslagen bondscoach Gorré” (Dinsdag 4 januari 2022, 07:38), NOS