chansonnier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chan·son·nier
enkelvoud meervoud
naamwoord chansonnier chansonniers
verkleinwoord chansonniertje chansonniertjes

Zelfstandig naamwoord

de chansonnierm

  1. (beroep), (muziek) zanger van chansons
    • Jacques Brel was vooral succesvol als chansonnier. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Frans

Woordafbreking
  • chan·son·nier
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  chansonnier     le chansonnier     chansonniers     les chansonniers  

Zelfstandig naamwoord

chansonnier m

  1. (beroep), (muziek) chansonnier, liedjeszanger
  2. (letterkunde), (muziek) liedboek
  3. (beroep), (kunst) cabaretier, conferencier