champignonbedrijf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cham·pig·non·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van champignon zn en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | champignonbedrijf | champignonbedrijven |
verkleinwoord | champignonbedrijfje | champignonbedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
het champignonbedrijf o
- (landbouw) bedrijf waar men champignons teelt
- ▸ In de zaak is vorige week een 36-jarige werkneemster van het champignonbedrijf aangehouden, zegt de politie. Zij wordt net als haar baas verdacht van betrokkenheid bij uitbuiting.[1]
- ▸ Het Noord-Limburgse champignonbedrijf Prime Champ is failliet. De rechtbank in Den Bosch heeft vandaag het faillissement uitgesproken van de onderneming, die met 750 werknemers een van de grootste champignonbedrijven van Europa was.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'champignonbedrijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Teler Moerdijk vast voor uitbuiting” (Woensdag 30 mei 2012, 22:14), NOS
- ↑ Weblink bron “Champignonreus Limburg failliet” (Maandag 15 april 2013, 16:17), NOS