Naar inhoud springen

cattle

Uit WikiWoordenboek
  • Ontwikkeld uit Middelengels catel, catil (in verschillende spellingsvarianten), ontleend aan Anglo-Normandisch catel “persoonlijke bezittingen”, uit noordelijk Oudfrans, Picardisch catel (verwant aan mod. Frans cheptel), aangetroffen sinds de 13e eeuw. [1] [2]
enkelvoud meervoud
cattle cattle

cattle

  1. (economie), (verouderd) vermogen, persoonlijke bezittingen
    1. (economie), (verouderd) kapitaal
  2. (veeteelt) rundvee, vee (ook van geiten, schapen)
  3. (pejoratief) (volgzame) groep mensen
100 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 10 juni 2021 Weblink bron cattle in: Merriam-Webster Dictionary op Merriam-Webster.com
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 juni 2021 Weblink bron cattle, n in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be