cattle
Engels
Uitspraak
- Geluid: cattle (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkæt(ə)l/ (VK)
Woordherkomst en -opbouw
- Ontwikkeld uit Middelengels catel, catil (in verschillende spellingsvarianten), ontleend aan Anglo-Normandisch catel “persoonlijke bezittingen”, uit noordelijk Oudfrans, Picardisch catel (verwant aan mod. Frans cheptel), aangetroffen sinds de 13e eeuw. [1] [2]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
cattle | cattle |
Zelfstandig naamwoord
cattle
- (economie), (verouderd) vermogen, persoonlijke bezittingen
- (veeteelt) rundvee, vee (ook van geiten, schapen)
- (pejoratief) (volgzame) groep mensen
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron cattle in: Merriam-Webster Dictionary op Merriam-Webster.com
- ↑
Weblink bron cattle, n in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com