buurtsupermarkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buurt·su·per·markt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buurt zn en supermarkt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buurtsupermarkt | buurtsupermarkten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kleine supermarkt waar mensen hun dagelijkse boodschappen kunnen doen
- ▸ Hij vindt het een mooi woord. Superieur. Het klinkt alsof hij iets uitzonderlijks heeft gedaan. 'Het meeste komt uit de buurtsupermarkt,'verklaart hij. 'Voor de Hollandse groenten en fruit, het vlees en de zuivel ga ik naar de boeren uit de buurt.'[1]
- ▸ Dieronvriendelijke ‘kooi-eieren’ worden door de grote supermarktketens al meer dan tien jaar niet meer verkocht, maar in buurtsupermarkten zijn ze nog volop verkrijgbaar. Dat blijkt uit een onderzoek onder supers, in opdracht van Wakker Dier.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord buurtsupermarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron “„Kooi-ei nog volop bij buurtsuper”” (16 november 2016), Reformatorisch Dagblad