Naar inhoud springen

brutaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bru·taal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbeschoft’ voor het eerst aangetroffen in 1808 [1]
  • afgeleid van bruut met het achtervoegsel -aal [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen brutaal brutaler brutaalst
verbogen brutale brutalere brutaalste
partitief brutaals brutalers -

Bijvoeglijk naamwoord

brutaal

  1. geen respect hebbend voor iets of iemand
    • Wat ben jij toch een arrogante en brutale jongen! 
  2. vrij in het uiten van zijn gemoed
    • Er was geen vrijheid van meningsuiting in dat arme land, maar de brutale man vertelde al zijn kritiek aan de rijke koning. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • Een brutaal mens heeft de halve wereld
Als je wat durft krijg je meer.
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen