bromvliegen

Nederlands

Mannetje Chrysomya megacephala

Uitspraak

• Geluid:  bromvliegen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• brom·vlie·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  brom zn  en  vliegen zn 
•  bromvlieg zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		bromvliegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bromvliegen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bromvlieg
2. meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Calliphoridae  een familie insecten uit de orde Diptera. De familie staat in 2011 bekend als niet-monofyletisch, maar de juiste indeling staat nog ter discussie

Hyperoniemen

• [2] vliegen, tweevleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] clustervlieg, groene paddenvlieg, groene vleesvlieg, keizersvlieg, lijkenvlieg, roodbaard-bromvlieg, roodwangbromvlieg, schroefwormvlieg

Gangbaarheid

• Het woord bromvliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.