braniemaker
Uiterlijk
- Geluid: braniemaker (hulp, bestand)
- bra·nie·ma·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | braniemaker | braniemakers |
verkleinwoord | braniemakertje | braniemakertjes |
de braniemaker m
- opschepperige, drukke, vermetele jongeman
- ▸ De braniemaker van weleer was eind december goed op dreef bij het olympisch kwalificatietoernooi in Heerenveen, maar werd daarna ziek. Gordelroos en het ontbreken van zijn Russische coach op de Spelen omdat het Internationaal Olympisch Comité de Russen daar niet wilden zien, braken hem in de aanloop naar Pyeongchang op.[2]
- Het woord 'braniemaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Verweij sluit moeizame Spelen alsnog af met brons” (Zaterdag 24 februari 2018, 12:55), NOS