bovengedeelte

Nederlands

bovengedeelte van een kolom

Uitspraak

• Geluid:  bovengedeelte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bo·ven·ge·deel·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boven  en  gedeelte zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bovengedeelte	bovengedeelten bovengedeeltes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bovengedeelte o

1. deel wat aan de bovenkant staat

   ▸ De locomotief en onze wagon stonden vlak bij de trap die naar het bovengedeelte van het station leidde, waar winkels, kaartloketten en restaurants waren.

   ▸ Op beelden is te zien dat het bovengedeelte van de bus helemaal in elkaar gedrukt is. De ramen zijn weg en het dak is tegen de bovenkant van de stoelen aangedrukt.

Synoniemen

• top

Antoniemen

• ondergedeelte

Vertalingen

    1. deel wat aan de bovenkant staat   

Engels: upper limb (en), upper part (en)

Gangbaarheid

• Het woord bovengedeelte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.