Naar inhoud springen

bouwkavel

Uit WikiWoordenboek
  • bouw·ka·vel
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwkavel bouwkavels
verkleinwoord bouwkaveltje bouwkaveltjes

de bouwkavelm

  1. (juridisch) stuk grond waarop een gebouw mag staan
    • Iemand kan dan in zijn eentje een huis bouwen, maar omdat het vooral hier erg duur is om één woning op één bouwkavel te bouwen, is het ook mogelijk met een groep een appartementencomplex te bouwen. [1]
98 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]