bosarbeider
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bosarbeider (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔsɑrˌbɛɪdər / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- bos·ar·bei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosarbeider | bosarbeiders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bosarbeider m
- (beroep) iemand die ongeschoold werk doet bij de winning van hout te winnen en het onderhoud van bossen
Gangbaarheid
- Het woord 'bosarbeider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Atte Jongstra“We zeilen naar de wind” (28 december 2012) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Ward op den Brouw“Magische prachtman” (6 oktober 2001) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal