boomkoekoekshommel
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- boom·koe·koeks·hom·mel
- samenstelling van boom zn en koekoekshommel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkoekoekshommel | boomkoekoekshommels |
verkleinwoord | boomkoekoekshommeltje | boomkoekoekshommeltjes |
- (vliesvleugeligen) Bombus norvegicus een vliesvleugelig insect uit de familie bijen en hommels (Apidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1918 door Sparre-Schneider
- Het woord 'boomkoekoekshommel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.