bijachtigen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bijachtigen    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈbɛiʔɑxtəxə(n)/

Woordafbreking

• bij·ach·ti·gen

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van bijachtige met het achtervoegsel -en
  • [2] leenvertaling van Neolatijn Apoidea

Zelfstandig naamwoord

de bijachtigen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijachtige

   ▸ Hoe ziet een honingbij er eigenlijk uit? Er vliegen zoveel bijachtigen rond de bloemen.

2. meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) superfamilie Apoidea  in de orde van de vliesvleugeligen, waartoe tegenwoordig de bijen, graafwespen en kakkerlakkendoders worden gerekend

   ▸ De Aculeata bestaan uit drie grote groepen (superfamilies): de goudwespachtigen (Chrysidoidea), de (parafyletische) plooivleugelwespachtigen (Vespoidea; inclusief de mieren) en de bijachtigen (Apoidea).

Hyperoniemen

• [2] vliesvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] bijen, graafwespen, langsteelgraafwespen, kakkerlakkendoders

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.