bloeddruk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bloeddruk meten
Uitspraak
Woordafbreking
  • bloed·druk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloeddruk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bloeddrukm

  1. (medisch) de hydrostatische druk die het bloed op het vaatstelsel van de slagaderen uitoefent
    • Door drop en zout te eten kun je een hoge bloeddruk krijgen. 
    • Vooral veel oudere mensen hebben een hoge bloeddruk. 
     Exact zoals de dokter haar had verzocht te doen. De eerste dag van Jeroens ziekenhuisopname had men zich beziggehouden met elementaire zaken zoals bloedafname, bloeddruk en het in kaart brengen van zijn algehele toestand.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen